|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Pétanque Union Bois le Duc
‘s-Hertogenbosch - Nederland
Opgericht d.d. 6 juli 2016 Aangesloten bij de Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB) |
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Anno 2020 door sport verbonden met
|
OVER ‘PÉTANQUE’
Inhoudsopgave
· De geschiedenis van de sport 'pétanque'. · Materiaal. · Het kiezen van de juiste boules. · Werphoudingen en worpsoorten. · Zelf een jeu de pétanque-baan aanleggen. · Termologiën.
De geschiedenis van de sport ‘pétanque’
De term ‘jeu de boules’ is een verzamelnaam voor balspelen. Onze spelsoort heet ‘pétanque’ en maakt onderdeel uit van deze balspelen. De geschiedenis van de sport ‘pétanque’, in de volksmond desalniettemin toch ‘jeu de boules’ genoemd, begint in een ver verleden.
De Romeinen exporteerden dit spel naar heel West-Europa en Noord-Afrika waarna er in de loop der tijd in diverse regio’s allerlei varianten op dit spel werden bedacht.
Het principe van het balwerpen naar een doel is dus een oersport, die echter niet exclusief aan de Grieken en de Romeinen toegeschreven kan worden. Het is bekend dat ook de Inca’s een gelijksoortig balspel kenden. Tot op de dag van vandaag schijnt het nog steeds door Noord-Amerikaanse Indianenstammen gespeeld te worden. Omstreeks de 13e eeuw dook het spel weer op in Vlaanderen en Engeland. Dit balspel nam vervolgens een grote vlucht naar Zuid-Europa, met name naar Italië en Frankrijk. Hier werden de jeu de boules-spelen ontwikkeld die wij kennen onder de namen ‘La Lyonnaise’ (van oorsprong Italiaans), ‘La Provençale’ en ‘La Longue’ (in Zuid-Frankrijk). La Lyonnaise en La Provençale worden nog steeds in Centraal-Frankrijk (de Provence en de Midi) gespeeld en genieten daar een grote populariteit.
Het balspel raakte vervolgens door allerlei oorzaken in de vergetelheid en was zo goed als uitgestorven. Men moet een hele lange periode wachten om weer sporen van het spel terug te vinden. De boules waar vroeger mee gespeeld werd waren gemaakt van een bepaald soort hard hout, waarbij voor de duidelijkheid gezegd moet worden dat de boules voor La Lyonnaise veel groter van omvang waren dan die gebruikt werden voor La Provençale.
Er bestonden toen al wel enkele spelregels maar veel stelden die niet voor. Er vielen dan ook allerlei trucs te bedenken om ongestraft een wedstrijd te winnen.
Les boules cloutées.
Het hedendaagse productieproces van een boule.
Na veel moeilijkheden werd het spel in 1945 verder gereglementeerd en werd de Fédération Internationale de Pétanque et Jeu Provençal (F.I.P.J.P.) opgericht. Al snel volgde het ene toernooi na het andere met uiteindelijk het gigantische toernooi in het pétanque-mekka bij uitstek: het ‘Parc Borely’ in de Zuid-Franse havenstad Marseille. De naam van dit jaarlijkse spektakel: ‘Le Mondial la Marseillaise à Pétanque’. Tegenwoordig nemen aan dit toernooi ruim 4.100 equipes deel. Een totaal van zo’n 12.300 spelers dus! Er wordt gespeeld volgens een systeem van directe eliminatie waarbij enorme geldbedragen kunnen worden verdiend.
De winnaars van ‘Le Mondial la Marseillaise à Pétanque’ van 2024. V.l.nr.: Philippe Quintais, Jean-Claude Jouffre en Philippe Suchaud.
In het speelseizoen zijn er velen die, door dagelijks toernooien te spelen, hun brood verdienen met het pétanque. In de naoorlogse jaren krijgen beroemde en beruchte pétanque-spelers zéér kleurrijke bijnamen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Robert Trovatelli bijgenaamd ‘Otello’, Jean Tricon bijgenaamd ‘Le Japonaise’ en niet te vergeten de beruchte speler uit de vooroorlogse periode Donato bijgenaamd ‘Bimbo’.
De grote vlucht die pétanque in Nederland heeft genomen blijkt uit het aantal spelers met een NJBB-licentie: deze groeit ieder jaar gestaag. Anno 2023 kent de NJBB ruim 15.000 licentiehouders. Het is zeker dat er buiten het georganiseerde verband van de NJBB een minstens evenzo groot aantal spelers is aangesloten bij verenigingen die géén lid zijn van de NJBB waardoor het aantal beoefenaars van het pétanque veel groter is dan officieel bekend.
Nederland is onderverdeeld in 8 NJBB-districten met ieder een eigen bestuur.
Internationaal gezien hoopt men dat het pétanque zich over meer landen zal uitbreiden zodat het in de toekomst mogelijk uit kan groeien tot een Olympische sport. In 2003 werd in Frankrijk de sport ‘pétanque’ officieel erkend als topsport.
Materiaal
Om de sport ‘pétanque’ goed te kunnen spelen heb je officiële wedstrijdboules nodig, geen zogenaamde ‘camping-boules’ die je in de bouw- of supermarkt koopt en glimmen alsof iemand ze net urenlang heeft opgepoetst. Camping-boules zijn een soort van spelvervalsing en wel om de volgende redenen:
· Camping-boules zijn gemaakt van zeer zachte inferieure metaalsoorten, ook voldoen ze veelal niet aan de gestelde gewichtseisen. Stel: een speler met wedstrijdboules voert het perfecte schot uit op een camping-boule (dit is een zogenaamde ‘carreau sur place’ waarbij de boule waarmee wordt geschoten op exact dezelfde plaats blijft liggen als de boule die is weggeschoten) dan zal het resultaat echter verre van perfect zijn. Omdat de camping-boule uiterst zacht is zal deze de kracht van het schot met de harde wedstrijdboule niet in een gelijke mate absorberen. Ter illustratie: het is een beetje het idee van met een basketbal op een pingpongbal schieten. De pingpongbal vliegt wel weg maar de basketbal vliegt net zo hard (of zelfs harder) mee.
· Een wedstrijdboule wordt met zorg gemaakt, is uitgebalanceerd en als dusdanig gecertificeerd door de fabrikant. Zou je een wedstrijdboule exact in tweeën delen dan is de ene helft net zo zwaar als de andere en zie je dat ook de wanden van de boule een gelijkmatige dikte hebben. Ook zul je geen luchtbelletjes in het metaal zien of losgeschoten stukjes metaal in de kern van de boule (lees: een boule is hol). Zou je een camping-boule doormidden delen dan kan het zijn dat het ene deel 60% van het totaalgewicht is en het andere deel 40%. Ook zul je zien dat de wand van de camping-boule niet gelijkmatig van dikte is waarbij het waarschijnlijk is dat je luchtbelletjes en losgeschoten stukjes metaal ziet. Samengevat: camping-boules zijn ongebalanceerd maar bovenal ook niet gecertificeerd waardoor je er geen officiële- maar ook geen interne toernooien bij Pétanque Union Bois le Duc mee mag spelen!
Een wedstrijdboule heeft een minimaal gewicht van 650 gram en een maximaal gewicht van 800 gram. De minimale diameter is 70,5 millimeter en de maximale 80,0 millimeter.
In elke wedstrijdboule is een serienummer, het gewicht en het merk gegraveerd. Zonder deze gegevens is het een ‘boule loisir’: een vrije tijdsboule. Met een ‘boule loisir’ mag je op officiële toernooien en competities niet spelen! Het serienummer mag overigens niet onleesbaar zijn anders kan een scheidsrechter de boule afkeuren waarna je niet meer verder mag spelen (tenzij je nog een andere set boules hebt die wel voldoet aan de regels).
Er bestaan gladde boules, die worden meestal door tireurs (schutters) gebruikt, en boules met verschillende soorten ringversiering. Die worden door de pointeurs (plaatsers) gebruikt.
Een pointeur speelt vaak met kleinere boules dan een tireur en gebruikt boules met veel ringversieringen om op die manier een betere grip op het terrein te krijgen. Met iets kleinere boules is het voor de pointeur ook eenvoudiger om met effect te spelen.
Een tireur speelt meestal met grotere, zachte boules. Zachte boules zorgen ervoor dat de boules meer demping hebben waardoor deze na het schot minder ver weg springen.
Officiële wedstrijdboules koop je bij een goede, veelal wat grotere sportzaak of bestel je online via www.obut.com/nl, in ieder geval niet bij een bouw- of supermarkt (mits je in Frankrijk bent! 😉).
Het but is van hout, meestal buxus, of van kunststof en heeft een diameter van 30 millimeter met een toegestane afwijking van +/- 1 millimeter. Het mag verschillende kleuren hebben en is rond.
Het but is in verhouding aanzienlijk kleiner dan de boules.
Mocht je tijdens een wedstrijd twijfelen over de geldigheid van het but, raadpleeg dan de scheidsrechter of gebruik dit stroomschema om uitsluitsel te krijgen.
Let op: raadpleeg altijd het internationaal spelreglement voor de allerlaatste regelgeving!
Het kiezen van de juiste boules
Het kiezen van de juiste boules hangt samen met een aantal zaken:
· De grootte van je hand. · De rol die je wilt vervullen in het team. · ‘Het gevoel’.
Het is belangrijk dat je boules kiest die goed in je hand passen: ongeveer half erin en half erbuiten, zoals getoond op het plaatje hieronder.
Een goede grip is essentieel voor een goede worp.
Om dit te testen pak je de boule vast met twee handen. Omsluit vervolgens de boule. Deze dient nu volledig omsloten te worden door beide handen, duim tegen de wijsvinger. Deze test biedt overigens géén enkele garantie dat je ook daadwerkelijk de voor jou meest geschikte boules aanschaft. Het is slechts een richtlijn die het wat makkelijker maakt om zogezegd ‘door de bomen het bos te vinden’.
Beginners moeten zeker geen extreme maten nemen: de maten van een tussenpersoon (milieu) zijn dan het meest geschikt: 710 of 720 gram, 1 of 2 groeven, 73 of 74 mm, 125 kg/mm2.
Een plaatser (pointeur) kiest een bal waarmee hij goed kan plaatsen. De daarvoor geschikte boules zijn wat zwaarder (> 720 gram) en zijn gegroefd waardoor ze een betere grip hebben op het terrein. De boules van een plaatser zijn meestal ook kleiner (rond 72 millimeter) waardoor ze door een schutter (tireur) moeilijker te raken zijn. Ook zijn de boules harder (125 kg/mm2) daar ze minder demping nodig hebben (er wordt tenslotte vrijwel nooit mee geschoten). Bijkomend voordeel is dat ze minder snel slijten.
Een schutter (tireur) kiest een bal waarmee hij goed kan schieten (door de lucht). De daarvoor geschikte bal is makkelijk te gooien en meestal ook lichter (< 720 gram). De boules van een schutter zijn vaak glad, zonder groeven, waardoor ze minder last ondervinden van (lucht-)weerstand en wervelingen. De boules van een schutter zijn meestal groter (rond 76 millimeter) waardoor de kans groter is te raken. Ook zijn de boules van een schutter zachter (110 kg/mm2) waardoor ze beter schokken absorberen en daardoor beter blijven liggen.
Voor wie het niet gelooft: boules slijten flink bij het spelen vooral bij intensief gebruik! Het verdwijnen van de inscripties geeft al aan, dat het gewicht van de boule niet meer beantwoordt aan wat er op staat (stond), afgezien nog van zijn balans en wat het merk betreft. Het merk dient het voor te komen op de lijst van goedgekeurde merken van de NJBB
Net als bij iedere sport is training van groot belang: oefening baart kunst!
Werphoudingen en worpsoorten
Een goede worp is er één waarbij het lichaam in balans is en de beweging die het lichaam maakt beheerst maar vloeiend is, zonder onderbreking.
Het is ook bijzonder belangrijk de boule goed na te wijzen, met de vingers gesloten tegen elkaar en de vlakke hand wijzend in de richting (lees: baan) die de boule moet afleggen naar het but of de te schieten boule.
Pétanque kent slechts twee manieren waarop men de boules speelt: zittend (gehurkt) of staand. In beide gevallen blijven de voeten aan de grond.
Zowel in de gehurkte als staande positie zijn er diverse manieren waarop men een boule kan spelen. Een speler kan plaatsen (pointeren) om een punt te scoren maar een speler kan ook schieten (tireren) om het punt te scoren of om één of meerdere boules (en daarmee punten!) van de tegenstander weg te spelen.
Bij plaatsen en schieten zijn er verschillende manieren om dit te doen.
Plaatsen (pointeren)
Rollend plaatsen (point à roulant)
De boule wordt bij deze worp gehurkt of half voorover gebogen gespeeld. Bij het rollen raakt de boule binnen een afstand van 2 tot 5 meter van de werkcirkel de grond (op de donnée), waarna deze verder rolt richting het but. Voor deze worp is het belangrijk dat de baan goed wordt bekeken, daar er veel onregelmatigheden op de baan kunnen voorkomen.
Halfhoog plaatsen (point en ½ portée, glissé)
Bij de halfhoge gooi wordt de boule met een boog gespeeld zodat deze halverwege de werpcirkel en het but de grond (op de donnée) raakt. Hoe hoger je de boule gooit, hoe korter de boule zal uitrollen. Het uitrollen wordt ook bepaald door de bodemgesteldheid. Ook is bij deze worp de mate van tegeneffect, waarbij de boule als het ware terug wil rollen of niet doorrolt, vooral bij harde ondergrond belangrijk.
Hoog plaatsen (point au portée ou plombé)
Bij een hoge gooi wordt de boule zéér hoog in de lucht gegooid zodat deze bijna verticaal naar beneden valt. De boule raakt de grond (op de donnée) minder dan 1 meter van het but. Ook is bij deze worp de mate van tegeneffect, waarbij de boule als het ware terug wil rollen of niet doorrolt, vooral bij harde ondergrond belangrijk.
Schieten (tireren)
Slepend schieten (tir à la rafle)
Bij dit schot wordt de boule zo krachtig mogelijk gespeeld, waarbij de boule 3 tot 4 meter voor het doel de grond (op de donnée) raakt. Het grote nadeel van dit schot is dat de gespeelde boule alle onregelmatigheden van het terrein tegenkomt, waardoor er minder controle is. Het resultaat van het schot is dus zeker niet voorspelbaar.
Half rollend schieten (tir devant)
Eén van de meest voorkomende redenen dat een tireur de boule van de tegenstander mist is dat de gespeelde boule over de weg te schieten boule springt (met name bij harde banen). Om dit te voorkomen kan een tireur het beste kort schieten. Laat de gespeelde boule 20 tot 30 centimeter voor de weg te schieten boule landen. De aanvallende boule rolt door en ketst die van de tegenstander weg. Deze worp is alleen geschikt voor zanderig en vlak terrein. Zelfs het kleinste steentje kan er voor zorgen dat de tireur zijn doel mist.
Op ijzer schieten (tir plein fer)
Dit type schot wordt voornamelijk gebruikt op onregelmatig terrein. De tireur moet de boule van de tegenstander recht in het midden raken, een schot op het ijzer dus. Dit is het moeilijkste schot, dat veel nauwkeurigheid vereist. De boule van de tegenstander treffen zonder daarbij de grond te raken. Het perfecte schot noemt men een ‘carreau’ of een ‘blijver’. Als de boule waarmee wordt geschoten daarbij op exact dezelfde plek blijft liggen als de weggeschoten boule dan spreekt men over een ‘carreau sur place’.
Spelen met effect
Met effect plaatsen (pointeren)
Het is ook mogelijk een boule met effect te plaatsen om op die manier boules (al dan niet van de tegenstander) of onregelmatigheden op het terrein te omzeilen. Door de boule op verschillende wijzen los te laten creëer je een effect linksom of rechtsom. Dit doe je als volgt:
· Hand neutraal: de boule gaat recht vooruit. · Hand naar buiten gedraaid: linksom effect. · Hand naar binnen gedraaid: rechtsom effect.
Met effect schieten (tireren)
Je kunt een boule ook met tegeneffect schieten door als het ware een trekkende beweging (contra-effect) aan de te werpen boule te geven. Dit wordt ook wel een ‘getrokken boule’ genoemd. Op het moment dat de gespeelde boule de weg te schieten boule raakt zal deze terug komen, in de richting van de werpcirkel. Door de gespeelde boule enigszins schuin te werpen is het mogelijk de gespeelde boule naar links of naar rechts te laten gaan ten opzichte van de zojuist geschoten boule.
Instructievideo Marco Foyot
Eén van de beste instructievideo’s ooit gemaakt is ‘Ma méthode’ met in de hoofdrol meervoudig (wereld-)kampioen Marco Foyot uit Frankrijk. De instructievideo is door de tand des tijds weliswaar wat achterhaald maar toont op een formidabele wijze hoe een boule te spelen. Klik hier om de instructievideo via YouTube te bekijken.
Marco Foyot, bijgenaamd ‘Monsieur Pétanque’, in actie.
Warming-up
Net als bij iedere sport is het verstandig ook bij pétanque een korte warming-up te houden. Tenslotte is een ‘warm’ lichaam meestal ook een soepel lichaam. Garanties biedt het echter niet …
Zelf een pétanque-baan aanleggen
Tenslotte volgt nog een opsomming van de opbouw van een pétanque-baan zoals die volgens de NJBB zou moeten zijn. In het algemeen is de opbouw van boven (toplaag) naar beneden (ondergrond en fundering) als volgt:
· Toplaag: 3 à 4 millimeter. · Fundering: +/- 10 centimeter. · Waterafvoerende laag: +/- 20 centimeter.
Toplaag
Voorkomen dient te worden dat de toplaag waterpas ligt, natuurlijke glooiingen maken het spel aantrekkelijker. De toplaag kan bestaan uit:
· 2 à 3 centimeter leem, ingewalst met 1 centimeter grind (0-8 millimeter): hiervoor kan ook split gebruikt worden of … · Grof zand met gemalen mergel (is niet makkelijk verkrijgbaar) of … · Halfverhardings-toplaagmateriaal, het nadeel hierbij kan zijn dat het veld te glad en daardoor te makkelijk wordt.
Fundering De fundering kan gelijk zijn aan die van halfverhardingen:
· Lava (0-15/25 millimeter) of … · Sintels (0-15/25 millimeter).
Wanneer de toplaag als ondergrond beton of iets dergelijks heeft, dan kan volstaan worden met de beschreven toplaag, maar dan met een dikte van 20 centimeter.
Waterafvoerende laag Als waterafvoerende laag kan vrij grof zand worden genomen of gebroken puin, met een dikte van 20 centimeter. Uiteraard kan deze laag plaatselijk al aanwezig zijn. Of al dan niet moet worden gedraineerd hangt af van de plaatselijke situatie.
En vind je deze instructies allemaal veel te ingewikkeld: pak een schop en een paar kruiwagens met zand, zoek een parkeerplaats, gooi er een dun laagje zand op… Et voila, jouw eigen pétanque-baan is een feit!
Speelbaarheid
Een pétanque-baan moet een uitdaging vormen. Een te vlakke pétanque-baan of een pétanque-baan met een te dikke toplaag komt te nadele van het spel. Tenslotte, hoe dikker de toplaag des te onzuiverder een boule gespeeld kan worden. Door een te dikke toplaag remt een boule zeer sterk af, deze lijkt hierdoor ogenschijnlijk goed gespeeld lijkt te zijn terwijl deze feitelijk veel te hard/te laag werd gespeeld. Een te dikke toplaag maakt het ook moeilijk tot zelfs onmogelijk een andere boule op te spelen of uit het spel te schieten.
Termologiën
Als je pétanque speelt ontkom je er niet aan dat je wordt gebombardeerd met Franse termen. Om deze termen wat sneller te begrijpen kun je de volgende lijst met gebruiken.
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB): 3035 Kamer van Koophandel: 66425654 RegioBank: NL80 RBRB 0200 4914 82
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||